Voor het eerst schrijf ik een verhaal voor een verhalenbundel. Een initiatief van een paar heel actieve medeschrijvers bij Schrijfatelier Wagnerplein in Tilburg, die blaken van schrijfenergie. Meedoen werkt heel inspirerend en is leerzaam voor mij.
Tegen de tijd dat de deadline in zicht komt is daar op een zondagochtend vroeg bij mij de inspiratie komen aanwaaien. Als er nog niemand anders wakker is en het liefst waait de inspiratie in het donker binnen. Voor mij het fijnste deel van het schrijfproces. Ik schrijf op achterkanten van papier wat ik anders weg zou gooien. Ben ik ook nog duurzaam bezig…voelt goed.
Ik schrijf nu op papier met woorden er op als: ‘wilde plannen’, en ‘groeimomenten’. Uit een ander verhaal. Ik moet uitkijken dat ik daar niet verder mee ga. Voor ik het weet zit ik al weer in een ander verhaal. Daarom snel mijn pen op het papier gezet en schrijven maar. Mijn pen komt er niet meer af voordat ik alles, maar dan ook alles wat in me opkomt, heb opgeschreven. Dat gebeurt dus vaak op die vroege zondagochtenden. Zomaar een paar uur wegschrijven.
In vier uur tijd stond mijn verhaal deze keer op papier en ook nog om en nabij het aantal toegestane woorden. Toch is het verhaal hiermee niet af. Alhoewel ik het zelf geweldig vind. Het heeft een kop en een staart die met elkaar kloppen en daar ben ik heel tevreden over. Ik mag al schrijvend nog wel eens de weg kwijt raken. En de lezer dan ook natuurlijk.
Het verhaal moet ook goed genoeg zijn voor de verhalenbundel. Ik wil wel dat mensen het gaan lezen. Als ik daar aan twijfel, blokkeert mijn schrijven. Daar heb ik deze keer gelukkig geen last van, al heeft mijn criticus wel heel veel op te merken gehad over wat fout is en beter kan. Nee, al heel snel klinkt in mij: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”. Een uitspraak van Pippie Langkous die ze gebruikt bij onbekende en nieuwe dingen. En dit is mijn nieuwe insteek. Werkt positief en schept ruimte.
Na de eerste feedback van de redactie ben ik nu bezig om alles in het originele verhaal te verwerken. Een leuke uitdaging. In mijn hoofd worden er hele stukken tekst veranderd, geschrapt en verplaatst en ik schrijf er mijn aanpassingen in alsof de duivel me op de hielen zit. Ik ben even helemaal van deze wereld weg.
Ik houd ondertussen wel het maximum aantal woorden in de gaten. Voor mij heel fijn omdat ik nogal veel woorden nodig heb om iets duidelijk te maken. Waar mijn man bijvoorbeeld in 100 woorden aangeeft wat hij bedoelt, heb ik er 300 nodig. Iets waar ik me tot voor kort voor schaamde. Daar ben ik mee gestopt. Een voordeel van ouder worden. Die paar jaar dat ik nog leef, ach laat mij lekker langdradig zijn. Is vaak super gezellig. Toch let ik er voor dit verhaal wel op. Mensen leven sneller dus moeten ook sneller tot de kern kunnen komen. Hebben geen tijd voor al die omwegen. Het aantal woorden wordt daarom goed bewaakt. En eerlijk is eerlijk: het wordt er niet slechter van.
Maar, zul je onderhand wel denken, waar gaat dit verhaal nou toch over? Wel, een tipje van de sluier dan… Of beter… van de petticoat.
Wat er op papier kwam was een droom-oom. De droom-oom van mijn verhaal heeft in dit geval al snel zijn naam, Quinten. Hij krijgt daardoor een gezicht, handen en voeten en een karakter. Ik ben al schrijvend met hem in gesprek. En daar is die naam heel prettig voor. Na de eerste feedback van de redactie moest ik echter nog eens met oom in gesprek, omdat hij zich wat extravagant kleedde in mijn verhaal en dat paste niet in de verhaallijn van de hele verhalenbundel. Dus ik trok hem wat meer bescheiden kleren aan. En zo dacht ik ook, dat hij naaldhakken droeg, maar toen ik de proloog, ons uitgangsverhaal, herlas bleek er een kást te zijn die op naaldhakken stond. Klinkt ook weer raar hé als je mijn verhaal nog niet kent. Sorry hiervoor. Nog even geduld.
Zijn nichtje, die het verhaal feitelijk aan je gaat vertellen, herkende ik eigenlijk al meteen, zonder dat ik haar een naam kon geven. Dat gebeurde pas aan het eind. En toch was ze er al. Een meisje wat beslist geen dametje wil zijn, maar zeker ook geen jongen. Dus je zult even moeten wachten tot je haar naam weet. Die komt pas aan het eind van het verhaal. Ik zal je wel alvast mijn gedachte hierbij verklappen: terwijl ik mijn verhaal schreef zou onze kleindochter elk moment geboren kunnen worden. Volgens haar ouders zou het geen typisch dametje worden en ook geen jongensachtig meisje. Ik denk dat ik háár heb beschreven zoals zij in mijn fantasie verscheen. En haar naam was nog onbekend op dat moment.
Daarom koos ik een andere naam van zo’n type meisje wat ik wel bij naam ken.
Wat ik hierboven beschreef is een impressie van wat er allemaal gebeurt als ik een verhaal schrijf. Er dient zich elke keer zo oneindig veel aan, dat ik ook nu weer moet zeggen dat ik ga stoppen. Bij 978 woorden. Mij lijkt dat het voor jou ook prima is. Ik kan er altijd nog weer op terugkomen in een volgend blog. Want dat komt er zeker. Houdt mijn blogs in de gaten én het uitkomen van de verhalenbundel. Dat lees je binnenkort wel op mijn Faecebookpagina ‘FestinaLente haast je langzaam’ of op mijn website: www.festinalentehaastjelangzaam.nl . Of op de Facebookpagina van Schrijfatelier Wagnerplein Tilburg.
Wil je zélf eens ervaren wat schrijven met je doet, want in ieder mens schuilt een schrijver…meld je dan aan via de knop bovenaan mijn website. Bij deze van harte uitgenodigd.
Leuk om jouw schrijfproces voor onze gezamenlijke bundel te lezen Miek.
Héérlijk. Ik kijk uit naar het geredigeerde verhaal. En natuurlijk naar het moment van lancering.
Dit was al een kleine lancering🌻☺️
Miek, dat heb je heel mooi verwoord.
Heerlijk om een kijkje achter de schermen te krijgen of in dit geval een kijkje in jouw hoofd.
Ik ga je blog zeker in de gaten houden. Heel benieuwd naar de volgende.